Terug naar overzicht

Aanbeveling 6 van 10: verken subsidiemogelijkheden op alle niveaus

Er bestaan nogal wat subsidiekanalen, op alle bestuursniveaus, ook private kanalen. Een volledig overzicht is te vinden via subsidiemanager van Vanden Broele en IDEA Consult.

We geven hieronder een aantal kenmerken van de subsidiekanalen op de verschillende bestuursniveaus en schetsen tegelijk een aantal tendensen:

Europese unie

  • In lijn met het Meerjarig Financieel Kader dat geldt voor een periode van 7 jaar (2014-2020; 2021-2027), worden de meeste Europese subsidieprogramma’s opgevat in cycli van 7 jaar (bv. EFRO 2014-2020 is afgelopen en EFRO 2021-2027 is momenteel van kracht).
  • De coördinatie van Europese subsidieprogramma’s gebeurt in sommige gevallen door de Europese Commissie zelf (bv. LIFE, Horizon 2020, Creative Europe), in andere gevallen worden de prioriteiten bepaald en wordt het programma beheerd door de Federale of Vlaamse Overheid (EFRO, PDPO…) weliswaar binnen Europese kaders.
  • Er zijn zowel sectorale subsidies (bv. ERASMUS+ voor onderwijs en opleiding, of CONNECTING EUROPE voor netwerken op het vlak van energie, transport en telecommunicatie), als meer horizontale subsidieprogramma’s die betrekking hebben op zowat alle maatschappelijke domeinen (bv. HORIZON, structuurfondsen).
  • Sommige Europese subsidies kunnen op individuele basis worden aangevraagd, maar in de meeste gevallen zijn buitenlandse projectpartners nodig.
  • Sommige EU-programma’s zijn relatief toegankelijk, een aantal andere zijn wellicht te hoog gegrepen voor een aantal besturen. HORIZON wordt bijvoorbeeld vaak genoemd als opportuniteit omdat er veel middelen worden op ingezet (€80 miljard over de periode 2014-2020, met een aanzienlijke stijging voor 2021-2027), maar het gaat vooral over onderzoeksprojecten en de competitie is zeer groot.
  • De EU legt steeds meer accent op het gebruik van alternatieve financiering (leningen, garanties, risicokapitaal,...) i.p.v. subsidies.

 

Federale overheid

  • De subsidiemogelijkheden voor lokale besturen op het federale niveau zijn beperkt. Vooral de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie en de FOD Binnenlandse Zaken bieden nog mogelijkheden voor projecten rond armoede, sociale economie, migratie en asiel, grootstedenbeleid, veiligheid en buurtbemiddeling.

 

 

Vlaamse overheid

  • In het kader van het planlastendecreet zijn in de periode 2014-2019 de subsidiemogelijkheden vanuit de verschillende Vlaamse beleidsdomeinen gebundeld en ingekanteld in het gemeentefonds. Via hun meerjarenplan kunnen lokale besturen intekenen op het geheel van subsidies en moeten ze geen afzonderlijke aanvragen meer doen. Ook de verantwoording van de subsidie verloopt via de rapportage over het meerjarenplan.
  • Ondanks bovengenoemde inkanteling, blijven er binnen de meeste beleidsdomeinen nog sectorale subsidies die apart verantwoord moeten worden.
  • Naast sectorale subsidies zijn er ook meer algemene subsidielijnen, zoals de subsidies in het kader van het stedenbeleid (stedenfonds, stadsvernieuwingsprojecten, …) en het plattelandsbeleid (plattelandsfonds).
  • De laatste jaren bestaat een tendens om ook subsidies op intergemeentelijke basis te verlenen: intergemeentelijk woonbeleid, erfgoedbeleid, stadsregionale projecten, intergemeentelijk cultuurbeleid, regierol sociale economie (min. 60.000 inwoners), Wijk-werken (min. 60.000 inwoners) …

 

Provincies

De provincies subsidiëren op een aanvullende manier in de grondgebonden materies, vaak met herkenbare accenten:

  • Toerisme;
  • Economie met bijzondere aandacht voor sociale economie, landbouw, platteland en detailhandel;
  • Mobiliteit, met accent fietspaden en trage wegen;
  • Wonen, met specifieke ondersteuning voor woonwagenterreinen;
  • Natuur, milieu en klimaat.

 

Naast de subsidiemogelijkheden op de verschillende bestuursniveaus, bestaan ook private projectmogelijkheden en fondsen.

Zo denken we bijvoorbeeld aan:


• CERA Foundation (maatschappelijke projecten rond samenwerking, solidariteit en respect voor het individu);
• ELIA fonds (projecten vrijetijdsbesteding voor mensen met verminderde mobiliteit);
• NATIONALE LOTERIJ (Duurzame sociale projecten);
• BPOST (Alfabetisering van jongeren en volwassenen);
• FEVIA (gezond voedingspatroon en lichaamsbeweging);
• BALLAIT-LATOUR (roerend erfgoed);
• KBS met Vlaamse Overheid en VLM (Buurten op den buiten);
• Ook serviceclubs zijn vaak een belangrijke donor



In dit private veld, treedt de Koning Boudewijnstichting vaak op als beheerder.

Vergeet tot slot niet dat er naast subsidies ook andere interessante financiële voordelen bestaan, zoals leningen (het Smart Cities, Climat Action & Circular Economy financieringsprogramma van Belfius), of vrijstelling van registratierechten (brownfieldconvenanten).

Deel dit nieuwtje