Subsidie Spotlight: Erasmus+
Het is weer de tijd van het jaar! Neen, we bedoelen niet Kerstmis en Nieuwjaar maar wel het moment van het jaar waarop voor Erasmus+ de programmagids gepubliceerd wordt.
Voor diegene die hier ervaring mee hebben is het ‘piece of cake’ om te weten wat wanneer ingediend kan worden. Maar voor iemand met minder ervaring maar veel ‘goesting’ een vloekmoment. Want hoe vind je in de programmagids van meer dan 500 pagina’s je weg?
Met dit artikel proberen we je door het bos de bomen of toch minstens enkele paadjes te tonen.
Allereerst voor wie zijn deze programma’s interessant?
Heb je als organisatie (dit kan heel breed gaan: stad of gemeente, zorgorganisatie, vzw, school…) een idee rond onderwijs en opleiding (formeel en informeel leren), jeugd of sport en kan je dit koppelen aan 1 van de 4 horizontale prioriteiten van Eramus+, nl.
- inclusie en diversiteit;
- Digitale transformatie;
- Milieu en bestrijding van klimaatverandering;
- Deelname aan het democratische proces, gemeenschappelijke waarden en maatschappelijk betrokkenheid.
Lees dan zeker verder want hiervoor biedt het Erasmus+ programma mooie opportuniteiten!
Hoe is het programma opgebouwd?
Erasmus+ kan je ‘opdelen’:
- Volgens doelgroep:
- Onderwijs & Opleiding (formeel en informeel leren)
- Jeugd
- Sport
- Volgens actie:
- Kernactie 1 (KA1) = focus op (individuele) mobiliteit van individuen
- Kernactie 2 (KA2) = focus op samenwerkingen tussen organisaties om samen iets te ontwikkelen, testen, …
- Kernactie 3 (KA3) = focus op beleidsdialoog
- Jean Monnet = versterken van kennis over de Europese unie
- Volgens de wijze waarop de middelen verdeeld worden:
- Decentraal/indirect = via de lokale agentschappen. Voor Vlaanderen is dit Epos (Onderwijs & Sport) en Jint (Jeugd)
- Centraal/direct = door het Europese agentschap ECEA (Education and Culture Executive Agency)
Net het feit dat je op deze verschillende manieren kan opdelen, maakt het soms verwarrend, want de programmagids is opgedeeld volgens ‘soort actie’ terwijl de lokale agentschappen opgedeeld zijn volgens ‘doelgroep’.
In de figuur hieronder delen we het voor jullie eerst op naar soort actie (voor KA1 en KA2), dan naar doelgroep en dan naar waar wijze waarop de middelen verdeeld worden.
Maar hoe bepaal je nu welk van deze acties interessant zijn voor jouw organisatie?
Onze tip om je weg te vinden? Begin niet met de programmagids. Klinkt misschien contradictorisch, maar toch is het een goed idee om eerst wat andere bronnen te raadplegen en je vertrouwd te maken met het programma op laagdrempeligere sites alvorens in de programmagids te duiken. Hier onze tips hiervoor:
- Ben je vooral bezig met jeugdzaken? Surf dan zeker naar jint.be.
- Vooral bezig met formeel of informeel leren? Of met sport? Surf dan naar epos-vlaanderen.be.
Op de sites van deze Vlaamse agentschappen kan je veel informatie vinden over de decentraal verdeelde middelen. De Vlaamse agentschappen Jint en Epos zijn vlot bereikbaar, gesprekken voer je gewoon in het Nederlands én zij begeleiden jouw projectidee naar de juiste fondsen. Past het idee toch niet binnen een decentrale actie en wel binnen een centrale? Dan geven ze daar ook tips voor.
Hou zeker ook de infosessies en/of schrijfsessies in het oog. Voor Epos zijn deze al gekend.
Enkele actiesoorten eruit gelicht
Tot slot lichten we graag nog enkele decentrale acties toe voor Onderwijs & opleiding (formeel en informeel leren) en Jeugd. Is je organisatie klant van Subsidiemanager? Met het zoekwoord ‘Erasmus+’ vind je de uitgebreidere fiches van deze en andere acties snel terug in de subsidiezoeker. In de titel staat vermeld of het over onderwijs, sport of jeugd gaat. Of ga naar de kennisbank en vind daar het Erasmus+ programma terug. Je krijgt er alle bijhorende fiches gebundeld.
- Participatieprojecten (KA1, jeugd): groepjes jongeren, vanuit een organisatie of een losse informele groep, werken samen aan een participatief (inter)nationaal project. Deze actie ondersteunt het gebruik van alternatieve, innovatieve, slimme en digitale vormen van jongerenparticipatie, met inbegrip van de uitbreiding van jongerenparticipatie naar uiteenlopende sectoren (gezondheidsdiensten, sportvoorzieningen, …);
- Kleinschalige partnerschappen (KA2, onderwijs & opleiding; jeugd): projecten tussen organisaties over 1 van de 4 horizontale prioriteiten (inclusie, digitalisering, milieu & klimaatverandering of participatie). Hierbij wordt gewerkt met een vast subsidiebedrag en twee partnerlanden om de drempel tot deelname zo klein mogelijk te maken;
- Samenwerkingspartnerschappen (KA2, onderwijs & opleiding; jeugd): projecten tussen minstens 3 landen over 1 van de 4 horizontale prioriteiten (inclusie, digitalisering, milieu & klimaatverandering of participatie) van minimum 1 jaar.
|
|
Participatieprojecten |
Kleinschalige partnerschappen |
Samenwerkings-partnerschappen |
|
Sector |
Jeugd |
Jeugd, Onderwijs & Opleiding |
Jeugd, Onderwijs & Opleiding |
|
Partnerschap |
Lokaal partnerschap is voldoende, internationaal mag |
Minimum 2 landen en 2 partners |
Minimum 3 landen en 3 partners |
|
Budget |
Max. €60.000 |
€30.000 of €60.000 |
€120.000 - €400.000 |
|
Duurtijd project |
3 maanden tot 2 jaar |
6 maand tot 2 jaar |
1 tot 3 jaar |
|
Ondersteuning en indienen |
JINT |
Jint (jeugd) Epos (onderwijs & opleiding) |
Jint (jeugd) Epos (onderwijs & opleiding) |
|
Deadline |
12 februari 2036 1 oktober 2026 |
5 maart 2026 |
5 maart 2026 |
|
In de gids te vinden onder |
KA 1: Youth participation activities |
KA2 small-scale partnerships |
KA 2 cooperation partnerships |
Daarnaast is ook de ‘individuele mobiliteit’ zeker het bekijken waard, naast Onderwijs en Jeugd wordt dit ook voor Sport decentraal beheerd. Dit gaat over uitwisseling van groepen of individuen. Denk hierbij aan:
- Jobshadowing in het buitenland in een van de sectoren;
- Een groepsuitwisseling met jongeren.