Terug naar overzicht

De toekomst van subsidies: minder wortel, meer stok en preek?

Subsidies onder druk… en nu?

Lokale besturen voelen het elke dag: stijgende verwachtingen, krappe budgetten. Tegelijk klinkt steeds vaker de vraag of subsidies nog wel het juiste instrument zijn. De beslissing van Gent om bepaalde klimaatpremies (groendaken, oprit uitbreken) te schrappen, is geen alleenstaand feit, maar een signaal: overheden herbekijken hun beleidsmix. 

Voor lezers van dit artikel en gebruikers van Subsidiemanager is dat geen ver-van-mijn-bedshow. Als aanvrager heb je er belang bij te begrijpen wanneer een verstrekker wél voor subsidie kiest, en wanneer niet.  

De beleidsmix: wortel, stok en preek

Onderstaande figuur geeft een voorbeeld van een mogelijke afweging binnen de beleidsmix van subsidieverstrekkers: 

 

Een goed beleid combineert meestal deze drie. Subsidies zijn eigenlijk nooit op zichzelf staand, maar één keuze in een bredere instrumentenafweging: wat is het probleem, wie willen we in beweging zetten, hoe snel is resultaat nodig, hoeveel onzekerheid is er? 

Waarom verstrekkers subsidies heroverwegen

In deze huidige besparingsgolf wordt die afweging scherper. Mogelijke drijfveren daarachter zijn: 

Drijfveer

 

Toelichting

 

Budgetdruk 

Subsidies zijn zichtbaar en vaak structureel. Als het geld schaars is, is het verleidelijk om premies te schrappen of te versmallen en meer in te zetten op regelgeving of informatiecampagnes. 

Impact & doelmatigheid 

Beleidsmakers vragen zich af: halen we met subsidies wel de gewenste gedragsverandering? Soms blijkt dat een norm (stok) of verplichting op termijn goedkoper en effectiever is dan een open subsidieregeling. 

Administratieve last 

Subsidies vragen aanvraag, beoordeling, rapportering, controle. Dat kost capaciteit bij verstrekker en aanvrager. Minder, grotere en gerichtere regelingen kunnen aantrekkelijker worden dan een fijnmazig subsidiestelsel. 

Gelijkheids- en rechtsgevoel 

Premies die vooral door mondige, kapitaalkrachtige burgers of organisaties worden benut, komen onder kritiek. Dan klinkt de vraag: is een algemene norm of gerichte ondersteuning van kwetsbare groepen geen eerlijker instrument dan een subsidie? 

De keuze van Gent om klimaatpremies te schrappen, kan je zo lezen: de overheid verwacht dat burgers en organisaties in toenemende mate zelf verantwoordelijkheid nemen, terwijl ze tegelijk via andere instrumenten (Energiecentrale, sensibilisering, informatie) blijft sturen. 

Wat zegt de literatuur?

Beleidswetenschappers zoals Borrás & Edquist (2013) benadrukken dat er geen “beste” instrument bestaat. Instrumenten werken verschillend naargelang: 

  • de aard van het probleem (complex gedrag vs. duidelijk grenswaarde), 
  • de mate van onzekerheid (innovatie vs. uitgerijpte praktijk), 
  • en het samenspel met andere actoren en regels. 

Grofweg: 

  • Wortel (subsidie) werkt goed wanneer je extra inspanningen of innovatie wil uitlokken, vooral als de uitkomst onzeker is en je lerend beleid wil voeren. 
  • Stok is geschikt voor minimumnormen en basisbescherming: niemand mag onder dit niveau zakken. 
  • Preek is nodig om kennis, draagvlak en vaardigheden op te bouwen, maar heeft zelden genoeg slagkracht als enige instrument. 

Belangrijk inzicht voor de toekomst: subsidies zullen vaker deel zijn van een pakket. Denk aan: 

  • subsidies voor wie sneller aan een toekomstige norm voldoet, 
  • ondersteuning gekoppeld aan deelname aan een leernetwerk, 
  • projectmiddelen die enkel worden toegekend binnen een breder traject (beleidscyclus, convenant, gebiedsgerichte aanpak…). 

Wat betekent dit voor lokale besturen als subsidieaanvragers?

Als aanvrager kijk je traditioneel voornamelijk naar de voorwaarden en deadlines. In een context van krimpende middelen en verhoogde concurrentie op oproepen, is dat niet voldoende. Enkele drijfveren: 

1. Probeer de instrumentenlogica achter de oproep te achterhalen 

Probeert de verstrekker experimenten op te schalen, gedrag structureel te veranderen, of vooral kennis en samenwerking te versterken? Hoe beter je dit capteert, hoe beter je je projectvoorstel kunt laten aansluiten.  

2. Positioneer je project in de beleidsmix 

Toon expliciet hoe jouw project andere instrumenten versterkt (bv. “deze subsidie versnelt de uitvoering van al besliste normen) en hoe de resultaten blijven bestaan wanneer de subsidie stopt (verankering).  

3. Denk in termen van hefboom 

Verstrekkers zullen meer vragen naar de mobilisatie van extra middelen (cofinanciering, partners) en welke schaal- of leereffecten levert het op? Een goed voorstel toont hoe elke subsidie-euro meerwaarde creëert.  

4. Combineer instrumenten op lokaal niveau 

Probeer het zelf eens. Als lokaal bestuur kan je zelf die mix maken: gebruik een subsidie om pioniers te belonen, ondersteun medewerkers, burgers of organisaties met goede informatie en begeleiding.  

5. Investeer nu in professionalisering van subsidiewerk en -inbedding in organisatie 

Zoals gezegd neemt concurrentie toe met minder, gerichte budgetten. Dat vraagt een goed overzicht van relevante oproepen (gelukkig gebruiken jullie Subsidiemanager), sterke dossiers en een organisatie die projecten kan uitvoeren, monitoren en rapporteren.  

Tot slot: subsidies zijn er om te blijven, maar dan anders 

De toekomst van subsidies is geen verhaal van “weg ermee”, maar van selectiever en slimmer inzetten. Voor lokale besturen betekent dat: minder vanzelfsprekend geld, maar meer kansen voor wie de taal van de verstrekker begrijpt en spreekt. 

Wie subsidies niet alleen ziet als bron van financiering, maar als onderdeel van een doordachte mix van wortel, stok en preek, staat sterker. Niet alleen bij het indienen van dossiers, maar ook als gesprekspartner voor overheden die hun instrumenten hertekenen. 

Meer lezen?

In deze artikelen vind je meer achtergrond bij het subsidie-instrument: 

Deel dit nieuwtje