Terug naar overzicht

Focus op private subsidies

Bij subsidies wordt doorgaans de link gemaakt met ‘de overheid’, van de Europese Unie tot het lokale niveau, maar ook private subsidieverstrekkers zijn niet te verwaarlozen. Meer dan 10% van alle openstaande subsidies in de databank van Subsidiemanager zijn afkomstig van private personen of instellingen.

Het gevoel bestaat overigens dat steeds meer private organisaties en bedrijven vanuit het perspectief Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) of in de geest van de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) maatschappelijke projecten ondersteunen.

Breed spectrum van thema’s

De inhoudelijke focus van de private subsidies is breed, al zijn het vooral de ‘zachtere’ of mensgerichte thema’s die we zien terugkeren. Veel voorkomend zijn de onderwerpen welzijn en gezondheid, onderwijs, natuur en milieu, cultuur en vrije tijd.

Maar de private subsidielijnen zijn niet altijd op één inhoudelijk thema gericht, soms zien we ook andere invalshoeken opduiken zoals wetenschappelijk onderzoek of een doelgroepgerichte oriëntatie (jongeren, ouderen, mensen met een handicap). Recent duiken ook meer en meer regionale ontwikkelingsfondsen op, zoals de vijf regiofondsen in Oost-Vlaanderen: Een hart voor de Scheldevallei, Streekmotor23 (Vlaamse Ardennen en Dender), Een hart voor Gent, Regiokracht (Leiestreek, Meetjesland en Oostrand Gent) en Een hart voor Waas.

Private subsidies nemen de vorm aan van een fonds, soms zijn het bedrijven die bepaalde maatschappelijke projecten willen steunen, uitzonderlijk worden private subsidies (net als publieke) verpakt onder de vorm van een ‘award’ of een prijs, zoals de ‘Award mentale gezondheid in de eerste lijn’ van het Fonds Julie Renson i.s.m. een aantal andere fondsen.

Tip: Bent u gebruiker van Subsidiemanager? In de subsidiezoeker kunt u de database filteren op "Niveau" om te zoeken naar subsidies van subsidieverleners uit een bepaald niveau (Europees, federaal, gewest, provincie, stad of gemeente, privé, andere). 

Welkom in de wereld van de fondsen

Een belangrijke groep in het private subsidielandschap zijn de Fondsen. Vaak ontstaan uit nalatenschappen, ofwel gevoed vanuit giften van particulieren, of met steun vanuit het bedrijfsleven. Deze fondsen worden opgericht vanuit een maatschappelijk oogpunt zoals armoede, cultuur, gezondheid, onderwijs, integratie, enz. Ze worden vaak vernoemd naar de persoon of naar de organisatie wiens middelen of vermogen ingezet wordt. Om een paar voorbeelden te noemen: het fonds Emilie Leus (projecten die zich richten tot jonge verkeersslachtoffers), het fonds Celina Ramos (projecten die zich richten tot mensen met maatschappelijke achterstand), het ING-fonds voor duurzame gebouwen of het Fonds Baillet Latour voor het behoud en de restauratie van topstukken in de Belgische musea. Ook de leden van de koninklijke familie laten zich niet onbetuigd in het fondsenlandschap, zoals kan afgeleid worden uit namen als het Koningin Mathildefonds, het Koningin Fabiolafonds, het Prins Albertfonds, het Prins Filipfonds of de Stichting Koningin Paola.

Om zichzelf wat werk te besparen schakelen vele families of organisaties de Koning Boudewijnstichting in als beheerder van hun fonds. Een volledig overzicht van alle projectoproepen kan u dan ook op de website van de Koning Boudewijnstichting terugvinden. Hier staan circa 400 open oproepen, die variëren in doelpubliek, thematiek en budget. Afhankelijk van het fonds, kunnen lokale besturen al dan niet intekenen (als indiener zelf of soms als partner).

Subsidies vanuit bedrijven

Niet alle bedrijven of organisaties richten een fonds op of werken via de Koning Boudewijnstichting als beheerder. Denk aan de Nationale Loterij, die zelf projectoproepen lanceert rond cultuur, sport, wetenschappelijk onderzoek, armoedebestrijding, ontwikkelingssamenwerking en solidariteitsacties. Er zijn ook financiële instellingen als BNP Paribas Fortis met een eigen subsidielijn (BNP Paribas Fortis Foundation), de financiële coöperatie CERA, en verzekeringsbedrijven als AG Insurance (AG Insurance Solidarity).

Elk bedrijf legt eigen accenten, doorgaans vanuit hun achtergrond, maar gemeenschappelijk is de steun aan samenlevingsprojecten. De CERA-coöperatie bijvoorbeeld ondersteunt vanuit haar origine toekomstgerichte land- en tuinbouwprojecten, maar investeert evenzeer in armoedebestrijding, kunst en cultuur, onderwijs en jeugdwerk, coöperatief ondernemerschap en zorg.

Verschillen met publieke subsidies

Vanuit het overzicht dat we hebben via Subsidiemanager, zien we naast gelijkenissen, ook een aantal verschillen tussen publieke en private subsidies:

  • Zo zien we dat de private subsidies vaker gericht zijn op non-profit organisaties zoals vzw’s en weinig op ondernemingen en (lokale) overheden. (Lokale) overheden kunnen in sommige gevallen wel mee indienen als partner, om de non-profit organisatie te ondersteunen;
  • Daarnaast stellen we vast dat de subsidiebedragen van private subsidies gemiddeld lager liggen dan die van publieke subsidies;
  • Tot slot valt ons op dat, in proportie met het lagere subsidiebedrag, de werklast doorgaans minder is, dan in het geval van publieke subsidies. Er valt minder te rapen, maar er worden ook minder vereisten gesteld aan de subsidieaanvraag.

Verschillende vormen van ‘aanvragen’

Private subsidies werven kan op twee manieren: intekenen op oproepen, of vrij solliciteren.

In het geval van oproepen, is het belangrijk om ogen en oren open te houden voor ‘calls’. Doorgaans zijn die elk jaar rond eenzelfde periode, verschillend per subsidie. www.subsidiemanager.be maakt het besturen gemakkelijk, want u wordt automatisch op de hoogte gehouden van oproepen binnen de thema’s die u heeft geselecteerd. Ook handig is om in te tekenen op de nieuwsbrief van de Koning Boudewijnstichting: hier vangt u al een heel groot deel mee op.

Eens de projectoproep werd gepubliceerd, is het zaak de voorwaarden goed te lezen. Daarin verduidelijkt de subsidieverstrekker wat hij voor ogen heeft. Denk vooral vanuit dat standpunt, dat verhoogt uw kansen aanzienlijk. Oproepen hebben het voordeel dat ze snel kunnen inspelen op de actualiteit. Zo was er de UCB Community Health Fund, die inspeelde op geestelijke gezondheidsproblemen van ontheemden jongeren, ten gevolge van de Oekraïnecrisis.

Tweede kanaal is vrij solliciteren. Verschillende subsidieverstrekkers sturen immers geen oproepen uit, maar wachten de voorstellen af die op hen afkomen. Een voorbeeld hiervan is het United Fund for Belgium. Ze brengen donaties van verschillende geldschieters samen, en steunen vervolgens projecten die bijdragen aan de sociale integratie, in het bijzonder van kinderen. Steun krijgt u in dit geval niet door een oproep af te wachten, maar door zelf uw project aan te brengen en te motiveren dat het beantwoordt aan de visie en de voorwaarden die globaal worden gesteld. Serviceclubs als Rotary, Lions, Rotaract, Kiwanis, Ladies’Cercle, ... zijn overigens ook een categorie van subsidieverstrekkers die geen oproepen lanceren, maar die u zelf benadert met sterke voorstellen.

Deel dit nieuwtje